- knakken
- {{knakken}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [een knak krijgen; het geluid ‘knak’ laten horen] craquer♦voorbeelden:1 pas op, die bloem zal knakken • attention, cette fleur va casserzijn vingers laten knakken • faire craquer ses doigtsII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [met een knak breken] (faire ) craquer2 [figuurlijk]porter un coup à♦voorbeelden:1 een lucifer knakken • (faire) craquer une allumette2 dat ongeluk heeft hem geknakt • cet accident l'a brisé
Deens-Russisch woordenboek. 2015.